stadskeur: gekroonde bosboom
meesterteken: een heraldische vos naar links in een schild
collectie: Maartensdijk, een proost van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap
De vergulde schaal op voet (tazza) is uit verschillende, deels gedreven en deels gegoten elementen opgebouwd. De ronde voet is samengesteld uit gladde en gedecoreerde lijsten en een drietal welvingen, waarvan de middelste en de bovenste met in relief gedreven vruchtenfestoenen en gevleugelde engelenkopjes zijn versierd. Daarop staat de zware balustervormige stam die wordt gevormd door een aantal acanthusbladeren, waarop na een gladde insnoering opnieuw vruchtenfestoenen als versieringen voorkomen. Tegen deze nodus zijn drie samenstellen van voluten gezet, waarvan de bovenste in engelenkopjes uitlopen. Op deze schacht rust de wijde schaal. Tegen de onderzijde van deze schaal is een dekplaat bevestigd die een glad middenstuk en een brede in relief gedreven rand heeft. De versiering van deze rand bestaat uit renaissancistisch drijfwerk van mascarons, wapentrofeeen en ornamentiek, dat sterk Zuidnederlands en met name Antwerps georienteerd is.
De schaal zelf heeft een gladde omhoog gebogen rand. Daarbinnen bevindt zich in een lauwerkrans een fijn gedreven relief, dat de 'slag van Leckerbeetje' voorstelt en dat in het midden, in een cartouche het wapenschild toont van Anthonie Schets, heer van Grobbendonck († 1640). Deze was van 1598 tot 17 september 1629 militair gouverneur van 's-Hertogenbosch en stond aan het hoofd van het Spaanse garnizoen van 2500 man dat te Den Bosch ingekwartierd lag.
Het schild is gevierendeeld en toont het wapen van Grobbendonck: in het eerste en derde kwartier een staande adelaar met uitgeslagen vleugels, in het tweede en vierde kwartier drie lelies (2-1).
Het hartschild is het wapen van het graafschap Ursel (België), zoals dat ook tegenwoordig nog voorkomt in het gemeentewapen van Ursel. Dit schild is horizontaal gedeeld en heeft in de bovenhelft drie naar links gewende merletten. Het graafschap Ursel werd door de moeder van Anthonie Schets ingebracht en Coenraad, de broer van Anthonie, voerde vanaf 1617 de titel 'graaf van Ursel' waarbij hij ook het wapen van Ursel als hartschild op zijn gewone schild adopteerde. Anthonie Schets, Heer van Grobbendonck, heeft zich nooit graaf van Ursel genoemd en kreeg dit graafschap ook niet in zijn bezit, maar voerde het wapen van Ursel dat hij dus ontleende aan zijn afstamming van moederszijde, wel als hartschild (Durmen, M. van, 1968, Les Archives generales de Simancas et l'histoire de la Belgique, III, p. 1094). De veldslag die op de schaal werd afgebeeld, de 'Slag van Leckerbeetje', is het duel dat de Bosschenaar Gerard Abrahamsz van Houwelingen, bijgenaamd 'Leckerbeetje', op 5 februari 1600 uitvocht met de Franse edelman Pieter de Breaute Gerard Abrahamsz van Houwelingen, - vermoedelijk een neef van de in 1581 uit Den Bosch vertrokken zilversmid Erasmus van Houwelingen -, had naar aanleiding van een incident in 1599, De Breaute die kapitein was van een compagnie Franse soldaten in dienst van de Republiek, uitgedaagd tot een gevecht dat plaats vond op de Vughterheide, waar beide aanvoerders, ieder bijgestaan door een twintigtal soldaten, de dood vonden.
Leckerbeetje werd al meteen bij het begin van de slag gedood, De Breaute werd na afloop van het gevecht toen de Fransen (dus de Staatse troepen) verloren hadden, door het Bossche gepeupel vermoord. Dit duel, dat vooral een erekwestie was tussen Leckerbeetje en De Breaute en dat strategisch geen enkele betekenis had, werd al meteen in de propagandistische sfeer getrokken als bewijs van de moed die de mannen van Grobbendonck en daarmee de Katholieke Zuidnederlandse/Spaanse troepen aan de dag hadden gelegd. In vele kronieken staat het toernooi beschreven en op talloze schilderstukken, prenten en andere voorwerpen werd de veldslag uitgebeeld. Reeds in het jaar 1600 betaalde het stadsbestuur van 's-Hertogenbosch een beloning van tien gulden uit aan de stadsschoolmeester Hendrik van Eyndhoven, die een 'Claeghdicht' op het sneuvelen van luitenant Leckerbeetje had gemaakt en ook kwam er datzelfde jaar nog een boekje van de pers waarin het hele relaas over de voorgeschiedenis van het duel en over de geleverde slag was vastgelegd.
De voorstelling van de slag op de tazza vertoont grote overeenkomst met de prenten en schilderijen van dit onderwerp die alle terug gaan op een ontwerp van de Antwerpse schilder Sebastiaen Vranx (1573-1647). Het meest opvallend is wel de overeenkomst met de gravure die de Antwerpse graveur en kunsthandelaar Michiel Snijders (± 1588 - ± 1630) maakte van het duel naar het voorbeeld van Vranx. Snijders beeldt midden boven de vechtende ruiters het wapen af van Anthonie van Grobbendonck, de gouverneur van Den Bosch, aan wie hij de prent ook opdraagt in het onderschrift. Michiel Snijders werd in 1611 ingeschreven in het Antwerpse Sint-Lucasgilde en werkte tot ± 1630.
De tazza werd vervaardigd door de zilversmid Guilliaume Vos, die zijn meesterteken aan de buitenzijde van de gladde schaal afsloeg. Bij dit meesterteken werd een trembleersteek aangebracht en het stadskeur afgeslagen; de keurmeestersletter ontbreekt helaas en om onduidelijke redenen. Guilliaume Vos werd in 1607 als meester ingeschreven in het goud- en zilversmedengilde te 's-Hertogenbosch, waar hij in 1590 zijn leertijd begonnen was bij Dirck van Muers. Guilliaume Vos, vanwie meer drijfwerk bekend is (zie cat 54) en die vermoedelijk tot omstreeks 1625 werkzaam was, moet de schaal met de 'slag van Leckerbeetje' dus hebben vervaardigd na 1607 en hoe dan ook vóór september 1629 toen Den Bosch door Frederik Hendrik werd ingenomen en Grobbendonck uit de stad werd gedreven.
Het is waarschijnlijk dat de aan de gouverneur opgedragen prent van Michiel Snijders en de eveneens ter ere van Grobbendonck gedreven tazzaschaal ongeveer tegelijktijdig ontstonden en wel in de jaren tussen 1611 en ± 1625. De tot op heden aangehouden toeschrijving van de tazza aan de uit Brugge afkomstige zilversmid Ingelbert Maertens Huughelinck, is onjuist en werd gebaseerd op een verkeerde lezing van het meesterteken; een klimmende leeuw naar links in een glad schild, in plaats van de heraldische vos die Guilliaume Vos voerde. De toeschrijving aan Huughelinck was te meer onwaarschijnlijk, - hoewel niet onmogelijk -, omdat deze pas op 12 juli 1628 poorter werd van 's-Hertogenbosch en dus vanaf diezelfde datum of kort daarna als meester kon gaan werken. Grobbendonck was toen nog gouverneur, maar ruim een jaar later werd hij door Frederik Hendrik gedwongen de stad te verlaten.
De tazza werd, blijkens het centraal geplaatste wapenschild, voor Anthonie van Grobbendonck vervaardigd, ofwel in opdracht van deze ofwel als geschenk voor hem. Bij welke gelegenheid dit was en wanneer is niet bekend. De tazza met de 'slag van Leckerbeetje' van 5 februari 1600, is in ieder geval niet de schaal die Grobbendonck in 1599 van de stad 's-Hertogenbosch aangeboden had gekregen, zoals herhaaldelijk gesuggereerd is. Ruim twee maanden voor Leckerbeetje's duel werd namelijk in de stadsrekeningen van Den Bosch geboekt: 'Den 2 December 1599, een zilveren vergulde schaal aan den Heer van Grobbendonck, Ridder, als teeken van dankbaarheid voor zunderlinge merckelyck diensten deser Stadt gedaen, van wegen der selver geschoncken, 96 gul.'.
Literatuur:
- Verreyt, Ch.C.V. 1898, De slag van Lekkerbeetje en 50 schilderijen daarop betrekking hebbende, in: Taxandria, V. p. 30-39, 81-90
- Rosenberg, M. 1928 (3e druk), Der Goldschmiede Merkzeichen, IV, p. 393-420 nr. 7642
- Ebeling, H.J.M. 1929, Het ruitergevecht op de Vughterheide, in: Provinciale Noordbrabantsche 's-Hertogenbossche Courant, (zaterdag 23 nov. 1929, nr. 274, vijfde blad)
- 's-Hertogenbosch 1965, nr. 40
- Amsterdam / Toledo / Boston 1979, p. 66-67 nr. 31
| 188 |